Stoomlocomotieven van de

Belgische spoorwegen

Type 13

Menu - Rollend materiaal
Niet meer in commerciële dienst sinds eind maart 1931
Locomotief niet bewaard.    
 


Locomotief 4301 - 1913

Algemeenheden
Nummering : 1301 en 1302
Bouwtype :
Baltic
Constructeur : Tubize
Fabrieksvoorsteling Type 13:
Bouwjaar
As indeling
Trekkracht


t
1913
4-6-4 of 2C2t
9,784
Mechanisme  
Aantal Cilinders
Cilinder diameter - hoge druk (d)
Cilinder diameter - lage druk (d²)
Zuigerslag
Drijfwiel - diameter
Draagwiel bogie vooraan- diameter
Draagwiel bogie achteraan- diameter
Radstand
Minimum boogstraal

mm
mm
mm
mm
mm
mm
m
m
4
420
Geen
640
1800
900
900
12,710
-
Ketel  
Druk (p)
Type vuurhaard
Roosteroppervlakte
Roosterlengte
Roosterbreedte
Verwarmingsoppervlak vuurhaard (V)
bar


m
m
12
Flamme
3,15
3,026
1,040
16
Pijpenbundel    
Diameter kleine vlampijpen
Aantal
Oppervlakte
Diameter grote vlampijpen
Aantal
Oppervlakte
mm


mm

45/50
168
93
118/127
21
30,62
Totaal verwarmingoppervlak (S)
Oververhittingspijpen - diameter
Oververhittings oppervlak (S1)

mm
139,62
27/34
30,15
Ketelromp    
Gemiddelde diameter
Dikte
mm
mm
1600
15
Vuurhaard    
Dikte van de mantel
Plaatdikte van de topplaat
Plaatdikte van de achterkant en zijkanten
Dikte van de pijpenplaat
Dikte van de rookkast pijpenplaten
mm
mm
mm
mm
mm
15 en 21
20
20
15 a 27
-
Inhoud ketel rijvaardig
Volume van de stoomkamer
Oppervlak van stoomafgifte


 
Verhouding S/G
Verhouding S1/S
Inhoud van de watertanks
Inhoud van de kolenbunker
Leeggewicht
Rijvaardig gewicht
Adhesiegewicht (A)
Verhouding (T/A)
Verwarmingskoppeling



t
t
t
t

44,2
0,215
14
6
89
117,20
55,40
1/5,65
Achteraan

Opmerking:

Het laatste locomotieftype dat in België vóór de eerste wereldoorlog werd gebouwd, was een machtige 4-6-4 “Baltic” met wielen van 1,80 m, type 13 genoemd.
Ontworpen door Flamme vertoonde die tenderlocomotief al de kenmerken van het door deze eminente ingenieur uitgevonden type, namelijk : enkelvoudige uitzetting met vier gelijke cilinders, oververhitting, groot roosteroppervlak, vooraan en achteraan met een draaistel uitgerust, waarvan het achterste draaistel sterk belast was en een grote radstand vertoonde.
Met een dergelijke schikking was het overbodig om over een draaischijf te beschikken, zoals dit het geval was bij de locomotieven met een onafhankelijke tender, zodat men een semi trek-duw stelsel bekwam.. Slechts twee ervan werden gebouwd, door de “Métallurgique” te Tubize.

De machines 4701 en 4702 werden op 13 september 1912 besteld bij de N.V. Les Ateliers Métallurgiques.
Zij werden respectievelijk op 2 januari 1914 en op 21 augustus 1914 te Brussel-Noord in dienst gesteld voor het slepen van zware voorstadstreinen, maar het werd vooral aangewend voor de pendeltreinen tussen Brussel-Noord en Antwerpen.

Deze prachtige machine, uitgerust met zeer grote waterreservoirs, woog rijvaardig 117 t en haalde 110 km/h.
Wegens de oorlog en sommige andere overwegingen werd ze niet in serie gebouwd.
Aan de vooravond van de gebeurtenissen van augustus 1914, lagen er nieuwe locomotieftypen ter studie, waarvan de bouw uitgesteld werd.

Zij werden op 24 maart 1931 buiten dienst gesteld.