Dieselelektrische baanlocomotieven van de

Belgische spoorwegen

Reeks 50 (Type 200.1)

Rollend materiaal
Niet meer in commerciële dienst sinds 1976.
Niet bewaard gebleven.


1)Dieselmotor; 2)Turbo-blazer; 3)Hoofd alternator; 4)Hulpgroep startinrichting
5)Kast voor elektrische toestellen; 6)Koelventilatoren voor de tractiemotoren; 7)Compressor
8)Koelgroep Behr; 9)Koelventilatoren der tractiemotoren; 10)Hulp alternator 150KVA
11)Hoofdreservoirs; 12)Gasoliereservoir; 13)Batterij 15V; 14)Batterij 24V; 15)Brandblusinstallatie
16)Kast voor verwarming; 17)Aanzuigruimte
Locomotief 5001 (ex5117) te Saint-Ghislain

In 1969 werd besloten een locomotief van het type 200 uit te rusten met een door
Cockerill ontwikkelde 16-cilindermotor van 4000 pk. De 200.001 werd aangewezen,
die in december 1969 in de CW van Salzinnes werd omgebouwd tot 200.101.
Tegelijk met de inbouw van deze voor die tijd revolutionaire motor werd de gehele
elektrische installatie van de loc herbouwd en werd de machine als eerste Diesel
(en dus ook als proef) voorzien van elektrische treinverwarming. Het inbouwen van
de elektrische installatie ging zeer moeizaam en uiteindelijk werd de herbouwde loc
pas in juli 1972 afgeleverd, met het nummer 5001.
De loc had de toen nieuwe schildering met drie sierlijnen (de schildering 1970,
beter bekend als de groengele schildering), maar het donkergroen werd vervangen
door lichtblauw en het geel van de sierlijnen door crème.
De 5001 kwam in dienst in Kinkempois en werd getest in diensten van de reeks 55
en tijdens proefritten met zware treinen tussen Kinkempois en Stock (via Namen).
Ook werd hij getest in de sneltreindienst tussen Verviers en Oostende en sporadisch in
de normale goederendienst tussen Luik en Vlaanderen. In de drieƫnhalf jaar die
volgden traden echter continu zoveel storingen op die vervolgens niet te verhelpen bleken,
dat de loc begin 1976 nog maar de helft van zijn geplande 200.000 kilometers had afgelegd.
In maart 1976 werd de loc buiten dienst gesteld, in afwachting van een verdere beslissing.
Die beslissing kwam er na het verongelukken van de 5176, waarna de elektrische
installatie en motor van deze loc werd ingebouwd in de 5001.
Pas in november 1980 kwam hij weer in dienst, in het geelgroen en onder nummer 5101.

Algemeenheden:
Bouwjaar
Nummering oorspronkelijk
Nummering voorzien na verbouwing in 1969
Nummering na aflevering in 1972
Nummering na ombouw in 1980
Effectief
As indeling
Massa volledig rijklaar
Maximum massa per as
Vermogen
Voortdurende trekkracht
Maximum trekkracht bij aanzetten
Maximum snelheid
Min.voortdurende snelheid op vollast
Overeenkomende trekkracht
Trekkracht bij maximumsnelheid
1969
200.001
200.101

5001
5101
1
Co'Co'
123,5ton
21t
2640kW
27,3t
36t
140Km/H
30,6Km/H
27,3t
6t
Afmetingen:
Totale lengte
Breedte
Afstand tussen draaistelophanging
Afstand tussen de assen
Afstand draaistel-buffer
Hoogte rail-dak
Wieldiameter
Maximum Boogstraal
20160mm
2905mm
10600mm
4000mm
4010mm
4252mm
1010mm
90m
Bevoorrading:
Gasolie
Smeerolie
Koelwater voor de motor
Zand
5450L
1000L
850L
640kg
Kastgedeelte:
Bouwer Cockerill-Ougrée te Seraing
Verwarmingsinrichting:
Type - Fabrikant
Spanning
Elektrisch - ACEC
3000VDc
Dieselmotor:
Bouwer
Type
Volledige massa
Werking
Inspuiting
Regeling van het vermogen
Starten van de motor
Nominaal vermogen
Omwentelingssnelheid
Aantal cilinders / schikking
Boring
Slag
Inspuitdruk
Gemiddeld druk
Gemiddeld snelheid van de zuiger
Maximum koppel
Cockerill-Ougrée te Seraing
V160TR 240CO
18ton
4 takt, overvoed door turbo blazer type Brown Boveri
Rechtstreeks
Door regeling van de snelheid
Door de hoofdgenerator
2941kW
1000tr/min
16 / in V
241.3mm
304,8mm
280bar
16,18bar
10,16m/s
2863daNm
Overbrenging:
Bouwers
Tandwielverhouding
ACEC Charleroi
63/16
Bedieningstoestel:
- Elektronische regeling van het vermogen door pneumatische bediening van de snelheidsregelaar Woodward UG8 van de Diesel.
- Bedieningstoestellen in elke stuurpost met automatische waakinrichting.
Alternator groep:
- De alternatorgroep bestaat uit 3 delen:
  1)Een driefasige hoofdalternator van 2800KVA
  2)Een driefasige hulpalternator van 150KVA
  3)Een opwekkingsgroep die de bekrachtiging van de 2 alternatoren verzekert en het starten van de groep.
Tractiemotoren:
- De 6 Tractiemotoren met neusophanging type LD614N van 425kW met progressieve shunting, gevoed door hoofdalternator via gelijkrichtersgroep, zijn in de draaistellen ingewerkt en drijven elk een wielas
  aan door middel van een paar rechte tandwielen.
- Alle assen van de locomotief zijn motorassen
Antislip:
- Magnetische opnamespoelen meten de snelheid en de versnelling van elke wielas waarbij een elektronisch systeem de tractie beperkt bij slip.
Remming:
- Zelfwerkende Oerlikon r met 3 remregimes: reizigers, goederen en hoge druk, met machinistenkraan type FV4 en verdeler LST1 gecombineerd met een rechtstreekse r type Oerlikon, kraan type FD1.
- De compressor Gardner-Denver WXO, aangedreven met elastische koppeling, voedt 2 reservoirs met een inhoud van 1000l.
- 2 handremmen met schroef elk ingrijpend op een draaistel.
- Een antisliprem